J.R.R. Tolkien
John Ronald Reuel Tolkien (geboren in 1892 op 3 januari, Bloemfontein, Oranjevrijstaat (tegenwoordig provincie "Vrijstaat" in Zuid-Afrika) - gestorven in 1973 op 2 september, Bournemouth, Verenigd Koninkrijk) is vooral bekend als schrijver van "the Hobbit" , "the Lord of the Rings" en "the Simarillion". Tevens dichter, filosoof en werd in 1924 tot hoogleraar in Engelse taal- en letterkunde benoemd aan de University of Leeds. Tot op de dag van vandaag wordt "John Tolkien" nog steeds gezien als de vader van het huidige fantasy-genre.
Getrouwd: Edith Mary Bratt en kreeg met haar 4 kinderen.
- John Francis Reuel Tolkien, 1917-2003
- Michael Hilary Reuel Tolkien, 1920-1984
- Christopher John Reuel Tolkien, 1924-2020
- Priscilla Mary Anne Reuel Tolkien, 1929-2022
Goede vriend van C.S. Lewis welke de geestelijk vader was van the Chronicles of Narnia.
Biografie
Vanuit Duitsland emmigreerde, in 1756, de familie Tolkien naar Londen en Birmingham in het Verenigd Koninkrijk in hun vlucht voor een oorlog. De (voor)ouders van J.R.R. Tolkien aan vaders kant waren voornamelijk ambachtslieden en maakten en verkochten uurwerken en piano's. Aan moeders kant werd er vooral gewerkt in diverse soorten winkels.
De ouders van J.R.R. Tolkien waren de engelse bankier Arthur Reuel Tolkien en zijn vrouw Mabel Suffield. Het paar vertrok naar Zuid-Afrika nadat hij een promotie had gekregen en het hoofd werd van een Britse bank in Bloemfontein. Bloemfontein was de plaats waar de uiteindelijk wereldberoemde schrijver geboren zou worden. Lang hebben Tolkien jr. en sr. niet van elkaar kunnen genieten, want Tolkien sr. stierf, in Zuid-Afrika, aan acute reuma toen de rest van het Tolkien-gezin op familiebezoek was in het Verenigd Koninkrijk. Ronald, want zo noemde zijn moeder hem altijd, was toen 4 jaar. Korte tijd na de dood zou het gezin Zuid-Afrika verlaten en terug gaan naar het VK en in Sarehole gaan wonen.
Voor het vertrek werd Tolkien gebeten door een giftige, maar voor mensen niet-dodelijke, baviaanspin. Omdat hij altijd heeft gezegd er geen duidelijk herinnering aan over te hebben gehouden is het twijfelachtig of Ungoliant of Shelob uit deze ervaring zijn geboren. Eenmaal terug in het VK ging J.R.R. Tolkien op onderzoek uit in Sarehole, Moseley Bog, Clent Hills en Malvern Hills. Deze plekken en dorpjes in Worcestershire werden dan ook inspiratiebronnen voor zijn verhalen. Het is dan wellicht ook niet vreemd dat the Shire afgeleid is van Worcestershire.
Een naam die een the Hobbit of the Lord of the Rings fan ook heel bekend voor komt is de naam Bag End. Deze naam heeft Tolkien als een echte plek gekend, want dit was namelijk de naam van de boerderij van zijn tante.
Moeder Tolkien onderwees haar kinderen zelf. Ronald Tolkien was een slimme jongeman en leerde veel van zijn moeder. Plantkunde was een voorliefde, net als het tekenen van landschappen en bomen, maar talen stonden bij hem op de eerste plaats. Nog voor zijn vijfde kon Tolkien al lezen en het schrijven duurde daarna niet lang meer. Hij las verschillende bekende stukken als Treasure Island en Alice in Wonderland, maar fantasy-verhalen hadden zijn voorkeur. Het werk van Andrew Lang Fairy Books bleken een belangrijke invloed op het werk wat hij later zou gaan schrijven.
In 1904, toen J.R.R. Tolkien 12 jaar oud was, stierf zijn moeder aan diabetes (type 1). Ze kon toen niet voor suikerziekte behandeld worden, omdat insuline pas jaren later ontdekt zou worden. Ze werd 34 en dat werd als een normale leeftijd beschouwd voor iemand met diabetes. Mabel Tolkien had voor haar dood al wel de voogdij voor haar kinderen geregeld. Ronald en zijn broers werden toegewezen aan Francis Morgan in Birmingham. Hij zij hen opvoeden als katholieken.
J.R.R. Tolkien als jongvolwassene
Op zijn 16e leerde Tolkien de 3 jaar oudere Edith Mary Bratt kennen. Ze konden het bijzonder goed met elkaar vinden en gingen regelmatig naar tearooms in Birmingham en gingen dan graag op een balkon zitten waar ze uitzicht hadden op straat. Niet omdat het zo romantisch was of een goed uitzicht. Nee, vanaf deze plekken konden ze suikerklontjes naar beneden gooien met als doel deze in hoeden van voorbijgangers te krijgen. Waren de suikerklontjes op dan verhuisden ze naar het volgende tafeltje. Het kon ook bijna niet anders dan dat Ronald en Edith verliefd zou worden. Een liefde die een slechte timing had, want volgens Francis Morgan zou Edith hem te veel afleiden van zijn studies. Hij verbood Tolkien dan ook nog contact met haar te zoeken tot hij 21 was. Tolkien heeft zich hier, op één enkele keer na, strikt aan gehouden, maar zelfs dat kostte hem bijna zijn universitaire carrière bij dreiging van zijn voogd.
In 1911 ging Tolkien op vakantie in Zwitserland. Een reis die hem de rest van zijn leven bij zou blijven. Een brief uit 1968 was daar het bewijs van, want daarin verteld hij over zijn eigen ervaringen die hij later zou gebruiken voor het avontuur dat Bilbo Baggins mee zou maken in zijn reis door de Misty Mountains. Een goed voorbeeld daarvan zou een glijpartij over de gladde stenen in het bos zijn geweest. Het mag dan ook geen wonder heten dat Bilbo nog vaak terug heeft verlangd naar de Nevelbergen zoals de Misty Mountains in het Nederlands genoemd werden.
Kort voor zijn 21e verjaardag schreef Tolkien een brief naar Edith en verklaarde haar zijn liefde en vroeg haar zelfs ten huwelijk. De jaren waren lang geweest, want Edith was gaan denken dat Tolkien hier niet meer zag zitten. Ze was dan ook al met een andere man verloofd. Toch kreeg deze man zijn ring weer terug, nadat Tolkien en Edith elkaar weer waren tegen gekomen en de liefde weer helemaal opbloeide. Het was voor dit verliefde koppel in Birmingham niet gek dat ze zich zouden verloven in de maand dat Tolkien 21 werd. In Warwick in de Saint Mary Immaculate Catholic Church trouwden J.R.R. Tolkien en zijn bruid Edith Tolkien. op 22 maart 1916.
Tolkien en de Eerste Wereldoorlog
In 1914, ongeveer 1,5 jaar na de verloving tussen Ronald en Edith, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Tolkien meldde zich vrijwillig en werd tweede luitenant bij de Britse manschappen bij de Lancashire Fusilliers. Na zijn opleiding in het 13e bataljon (reserve) in Cannock Chase, Staffordshire werd hij overgeplaatst naar het 11e bataljon van de British Expeditionary Force met wie hij in juni 1916 naar Frankrijk gestuurd werd. Dit enkele maanden na zijn trouwen. Het is bekend dat oorlog voor niemand goed is. Zo ook niet voor J.R.R.Tolkien, want hij schreef na deze periode het volgende: "Jonge officieren sneuvelden er bij bosjes. Gescheiden te moeten zijn voor mijn vrouw... ik ging er aan onderdoor:"
In de Slag aan de Somme nam Tolkien ook deel aan de Slag bij Thiepval als verbindingsofficier. Hier kreeg hij , net als veel van zijn militaire kameraden, last van loopgravenkoorts. Een middelmatige infectieziekte die door luizen overdragen wordt. Luizen waren in de loopgraven een ware plaag en zo werden miljoenen soldaten besmet (gedurende de Eerste en Tweede Wereldoorlog).
Tolkien keerde in begin november 1916 terug naar Engeland, maar was gaandeweg wel invalide geraakt. Hij had geluk, want veel van zijn vrienden, waaronder TCBS-leden Rob Gilson en Geoffrey Smith, sneuvelden. TCBS was een geheim genootschap die hij samen met hen en Christopher Wiseman had opgericht. TCBS stond voor Tea Club and Barrovian Society. Dit omdat ze graag thee dronken in the Barrow's Stores en stiekem ook in de bibliotheek van hun school.
Omdat hij was afgekeurd voor het front lag een vermagerde en verzwakte Tolkien nog vaak in militaire hospitalen en werd hij ingezet in garnizoensdienst (o.a. wacht houden en andere taken bij een garnizoen). In deze periode werden J.R.R. Tolkien en Edith Tolkien trotse ouders van hun eerste kind. Een zoon die de naam John Francis Reuel Tolkien kreeg.
In zijn jaren van herstel in Engeland begon Tolkien de schrijven aan "The Book of Lost Tales". Dit was een collectie van verhalen, waarvan de eerste The Fall of Gondolin (later boek 2, verhaal 3) heette, welke later de basis zouden vormen voor "the Simarillion". In 1917 en 1918 kwam de loopgravenkoorts steeds terug, maar was hij sterk genoeg om in het VK zijn land te dienen in diverse kazernes als luitenant.
Tolkien's carrière op de universiteit en als schrijver
Na de oorlog ging Tolkien aan de slag met geschiedenis en etymologie. In 1920 mocht hij aan de slag als lector aan de Universiteit van Leeds en in 1924 werd hij officieel tot hoogleraar benoemd. Een jaar later keerde hij terug naar Oxford om daar de Oud-Engelse taal te onderwijzen als hoogleraar.
Het is ook in deze periode dat J.R.R. Tolkien aan de slag ging met "the Hobbit" en de eerste twee delen van "the Lord of the Rings". Één van Tolkien's "waardevolste bronnen", aldus Tolkien zelf, was het verhaal van Beowulf. In deze tijd werd Beowulf, net als Harry Potter in recente jaren, als een kinderachtig verhaal beschouwd dat over gevechten met monsters ging. Tolkien's artikel in 1936 scheen daar een ander licht op wat veel geleerden op andere ideeën bracht. Tolkien legde namelijk de nadruk op het de poëtische kant van het verhaal en veel minder het taalkundige hiervan. Volgens Tolkien ging het verhaal dan ook meer over het menselijk lot in zijn geheel en niet zozeer over een stammenoorlog alleen. Het monster was dan ook meer een noodzaak voor het verhaal en kreeg, door de kijk van Tolkien, veel meer gezichten. Dat het "monster", het kwaad in de wereld, vele vormen kent zie je dan ook terug komen in the Lord of the Rings in de vorm van Orcs, Nazgûl, Sauron en niet te vergeten de krachten van hebtzucht en jaloezie die the One Ring met zich mee bracht. Na bijna 10 jaar na de start rondde Tolkien in 1948 het verhaal van the Lord of the Rings af.
Zijn laatste carrièrestap als hoogleraar was de stap naar het Merton College van de Universiteit van Oxford als hoogleraar Engels taal- en letterkunde. Dit deed Tolkien tot zijn pensioen in 1959.
Tolkien's pensioen en onderscheiding
In 1959 ging Tolkien met pensioen en werd steeds beroemder voor zijn werken. Zijn boeken verkochten zo goed dat hij er spijt van had niet eerder met pensioen was gegaan. Steeds meer fans stuurden hem fanmail en die beantwoordde hij in het begin graag. Fanclubs daarentegen hield hij wat op afstand, omdat hij daar wat achterdocht bij had. In 1972 vond hij het bijzonder jammer dat hij een idool was geworden, maar moest toegeven dat ook hij niet ongevoelig was voor "de zoete geur van wierook" zoals hij dat zelf omschreef. Dit in zijn geheel liet hem een geheim nummer aanvragen of verhuisde samen met zijn geliefde Edith naar Bournemouth.
Kort na het overlijden van Edith werd Tolkien, op 1 januari 1972, benoemd tot ridder in de Orde van het Britse Rijk en op 28 maart van dat jaar werd hem deze onderscheiding uitgereikt op Buckingham Palace.
Tolkien's overlijden
Zijn vrouw, steun en toeverlaat Edith stierf op 27 november in 1971 op 82-jarige leeftijd. De naam die hij haar gaf "Lúthien" werd onder haar naam op de grafsteen gegraveerd en deze werd geplaats op het Wolvercote-kerkhof in Oxford. Op 2 september 1973 eindigde ook het laatste hoofdstuk van J.R.R. Tolkien's leven op 81-jarige leeftijd. Op dezelfde grafsteen als van zijn vrouw staat ook zijn volledige naam, John Ronald Reuel Tolkien, en werd onderstreept met de naam "Beren" die hij zichzelf gaf naar aanleiding van zijn verhaal "The Tale of Beren and Lúthien" waar de inspiratie van te vinden was in een wandeling en dans in de bossen met "zijn Lúthien".
Verwijzingen in the Lord of the Rings
Er waren (of zijn) critici die delen herkennen in "the Hobbit" en "the Lord of the Rings" die verwijzen naar het leven na de Tweede Wereldoorlog of waar zijn katholieke geloof in te zien is. Wat betreft het idee dat het verhaal refereert naar de Eerste of Tweede wereldoorlog is Tolkien in de tweede druk, op zijn zachtst gezegd, "heel duidelijk" in het voorwoord. Hij zei daar dat hij "verwijzingen" als toeval beschouwde, als een "natuurlijk verloop" van de situatie in de verhalen. Hij schreef dus vanuit toepasselijkheid en niet vanuit allegorie. Voorbeelden van deze verwijzingen: Middle-Earth is Europa, Valinor, het land waar de elven naartoe varen vanuit de Grey Havens aan het eind van het verhaal, is Amerika of Orcs zijn de japanse of duitse troepen vanuit het oosten.
Wat betreft het herkennen van het Christelijke geloof in zijn werken was J.R.R. Tolkien ook heel duidelijk. Hij was er van overtuigd dat de verwijzingen naar een geloof in zijn werken dezelfde soort verwijzingen hebben als een sprookje naar de werkelijkheid. Een sprookje is soms zo treffend, zo herkenbaar, dat het lijkt te verwijzen naar specifieke zaken in de werkelijkheid. Volgens hem volgt ook het christendom ditzelfde patroon en kunnen vertellingen uit de Bijbel ook lijken op zaken die men in de realiteit meemaakt of wat in de geschiedenisboeken is geschreven. Er valt dus de conclusie te trekken dat "de geschiedenis zich herhaalt".
- Peter Jackson
- the Hobbit
- the One Ring
- Elven ringen
- Dwergen ringen
- Mensheid ringen
- Sauron
- Frodo Baggins
- Gandalf
- Aragorn
- Samwise "Sam" Gamgee
- Legolas
- Gimli
- Merriadoc "Merry" Brandybuck
- Peregrin "Pippin" Took
- Boromir
- Gollum
- Bilbo Baggins
- Elrond
- Arwen
- Theoden
- Theodred
- Eomer
- Eowyn
- Galadriel
- Celeborn
- Gil-Galad
- Nazgûl / Ringwraiths
- Faramir
- Denethor II
- Radagast
- Tom Bombadil
- Goldberry
- Bag End
- The Shire
- Mordor
- Mt Doom
- Isengard
- Rivendell
- Lothlorien
- Moria
- Rohan
- Helm's Deep
- Buckland
- Old Forest
- Dead Marshes
- the White Havens
- Sting
- Narsil
- Anduril
- Glamdring
- Hadhafang
- Herugrim
- Hobbits
- Elven
- Dwergen
- Goblins
- Orcs
- Uruk-Hai
- Shadowfax
- Garulf
- Arod
- Hasufel
- Roheryn
- Breog
- Bill the Pony
- the White Hand
- Alliance of Elves and Men
- Numenor